Nederland is de campingkampioen van Europa - en dat is niet zonder gevolgen
In dit artikel:
Nederland valt op door zijn uitzonderlijk hoge campingdichtheid, met ruim 600 campings per 10.000 km², wat het recordhouder maakt in Europa. Deze concentratie is niet alleen het gevolg van de kleine oppervlakte en hoge bevolkingsdichtheid, maar vooral diep verankerd in de Nederlandse kampeercultuur die al sinds de jaren zestig gestaag groeit. Campings variëren van eenvoudige veldjes tot uitgebreide terreinen met moderne faciliteiten zoals privé-sanitair, speelplaatsen en elektrische laadpunten. Ondanks het grote aanbod blijft de prijs voor een overnachting relatief laag en stijgt die minder snel dan in veel andere Europese landen.
Deze hoge dichtheid biedt kampeerders veel flexibiliteit en keus in vrijwel elke regio, maar leidt ook tot praktijktwijfels, zoals volgeboekte campings in populaire gebieden en beperkingen vanuit gemeenten om overbelasting van kwetsbare omgevingen te voorkomen. Ruimtelijke schaarste en toenemende milieueisen maken uitbreidingen vaak lastig; recreatie moet duurzaam plaatsvinden met aandacht voor energiegebruik, waterbeheer en biodiversiteit. Nederland fungeert daardoor als een innovatieve proeftuin voor nieuwe kampeerconcepten zoals tiny campings en agroglamping, waarbij de sector zoekt naar een balans tussen toegankelijkheid en draagkracht.
Kortom, de Nederlandse kampeerbranche kenmerkt zich door een combinatie van traditie, innovatie en verantwoord ruimtegebruik, waarbij het behoud van zowel gastvrijheid als milieu een centrale uitdaging vormt. Dit vraagt om zorgvuldig beleid, zodat de unieke kampeerervaring in Nederland ook in de toekomst gewaarborgd blijft.